Nederlands Spaans
Hallo Hola
Goedendag Buenos días
Goedenavond Buenas noches
Tot ziens Adiós
Waar kom je vandaan? / Waar komt u vandaan? ¿De dónde eres?
Ik begrijp het niet No entiendo / No comprendo
Kunt u (in dit boekje) vinden wat u wilt zeggen? Het bevat veel talen. We kunnen op deze manier proberen om met elkaar te communiceren. ¿Puede usted encontrar o señalar lo que quiere decir aquí (en este libro de frases)? Está compuesto por varios idiomas. Podemos tratar de comunicarnos por este medio.
Hoe gaat het met u? ¿Cómo está?
Hoe gaat het met je? ¿Cómo se siente?
Ik haal iemand die kan helpen. Voy a buscar a alguien que pueda ayudarle.
Wacht u alstublieft hier. Por favor, espere aquí
Ik kom zo terug. Volveré pronto
Ik wil je/u helpen. Quiero ayudarle.
U/Je kunt mij vertrouwen. Puede confiar en mí.
Ik wacht samen met u, geen zorgen. Esperaré aquí con usted. No se preocupe.
Er komt iemand die u kan helpen. Va a venir alguien a ayudarle.
Deze persoon kan u helpen. Esta persona puede ayudarle.
We moeten gewoon even wachten. Tenemos que esperar un poco.
U bent heel dapper/moedig. Es usted muy valiente.
U bent geweldig. Es usted increíble/fantástico.